-
1 zijn dorst lessen
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn dorst lessen
-
2 zijn dorst lessen
zijn dorst lessen -
3 zijn dorst lessen
s'abreuver, se désaltérer -
4 lessen
-
5 dorst
♦voorbeelden:zijn dorst lessen • se désaltérerdorst hebben als een paard • avoir une de ces soifs→ link=appeltje appeltje -
6 dorst
1 thirst♦voorbeelden:zijn dorst lessen • quench one's thirstik verga van de dorst • I'm dying of thirst -
7 lessen
-
8 niet te lessen
-
9 thirst
n. dorst, dorstigheid; lust--------v. dorsten; verlangenthirst1[ θə:st] 〈zelfstandig naamwoord; geen meervoud〉♦voorbeelden:————————thirst2〈 werkwoord〉1 sterk/vurig verlangen♦voorbeelden:1 thirst after/for • snakken/smachten naarthirst after revenge • op wraak belust zijn -
10 étancher
-
11 désaltérer
désaltérer [deezaalteeree] -
12 напиться
drinken, zijn dorst lessen ; zich bezuipen -
13 напиваться
drinken, zijn dorst lessen ; zich bezuipen -
14 satisfy one's thirst
-
15 saturation
n. verzadiging; dorst lessen; (in computers) de verzadiging van een tint, de mate van zuiverheid van een tint[ sætsjəreesjn]1 (over)verzadiging ⇒ verzadigdheid, voldaanheid♦voorbeelden: -
16 den Durst löschen
-
17 löschen
löschen3 schrappen, uitvegen ⇒ (uit-, weg)wissen♦voorbeelden:Schulden löschen • schulden delgen, aflossenetwas vom Tonband löschen • iets van de geluidsband wissenden Durst löschen • de dorst lessen -
18 stillen
stillen -
19 quench
-
20 assuage
Страницы
- 1
- 2